De Finse taal
Het Fins
De Finse taal (suomi) is een taal met ongeveer zes miljoen sprekers. Het wordt gesproken door bijna 95% van de Finse bevolking. Verder zijn er autochtone Finstaligen in Rusland (in Karelië en Ingermanland), in Zweden (het Tornedal) en Noorwegen (de Kvenen in Finnmark en Troms). Naast het Fins is Zweeds een officiële taal van Finland. Het Samisch of Saami, de taal van de Samen (Lapse bevolking), is in Finland een officieel erkende minderheidstaal. In een zestal gemeenten in het noorden wordt het door een paar honderd personen gesproken.
Fins: een moeilijke taal
De Finse taal heeft de naam een erg moeilijke taal te zijn, hoewel de oorzaak daarvan voor een groot deel gelegen is in het feit dat de taal niet verwant is met de Indo-Europese talen. Een andere oorzaak is dat de Finse taal ook vele dialecten en dialectische vervoegingen heeft, die in Finland veel door elkaar worden gebruikt. Het Fins bestaat ook uit veel onregelmatige werkwoordvervoegingen, veel woorden die in het Nederlands niet vervoegbaar zijn worden in het Fins wel vervoegd. Denk hierbij aan het woord “nee/geen”. Ook heeft het Fins een grotendeels onbekende woordenschat en zijn er veel woorden niet vertaalbaar.
Enkele voorbeelden van de Finse taal
Hallo
Hoi
Goedendag
Goedemorgen
Goedenavond
Goedenacht
Welkom
Hoe heet je?
Ik heet…
Aangenaam kennis te maken
ja
nee
alstublieft
bedankt, dank je
graag gedaan
Hoe gaat het?
Goed, dank u
Het gaat wel
Het gaat niet zo goed
tot ziens
vaarwel
tot straks
dag
Terve
Hei
Hyvää päivää
Hyvää huomenta
Hyvää iltaa
Hyvää yötä
Tervetuloa
Mikä sinun nimesi on?
Minun nimeni on…
Hauska tutustua
kyllä
ei
ole hyvä
kiitos
ei kestä
Mitä kuuluu?
Hyvää, kiitos
Hyvin menee
Ei mene niin hyvin
näkemiin
hyvästi
nähdään myöhemmin
hei
1 – yksi
2 – kaksi
3 – kolme
4 – neljä
5 – viisi
6 – kuusi
7 – seitsemän
8 – kahdeksan
9 – yhdeksän
10 – kymmenen